Als ondernemer kun je kiezen voor een holdingstructuur. Hier hebben wij uitvoerig uiteengezet wat de voordelen van een holding zijn. Het komt er in het kort op neer dat risico’s verspreid worden en aanspraak gemaakt kan worden op bepaalde fiscale voordelen. In de onderste onderneming, de werkmaatschappij, vinden de werkzaamheden plaats en daar worden de risico’s dan ook gehouden. De werkmaatschappij is verder zo ‘leeg’ mogelijk, dat wil zeggen dat zoveel mogelijk vermogen in de holding wordt gebracht. De winst die gemaakt wordt in de werkmaatschappij wil je dus graag zo snel mogelijk naar de holding brengen en uiteindelijk ook zelf ontvangen. In dit artikel wordt behandeld hoe het uitkeren van de winst in zijn werking gaat en welke belastingen er geheven worden.

In de onderste BV (de werkmaatschappij) wordt dus de daadwerkelijke onderneming gedreven. Hier wordt de omzet gerealiseerd. Na aftrek van de kosten blijft de winst over, welke wordt uitgekeerd aan de holding. Maar hoe bepaal je die winst en welke belasting wordt hierover geheven?

Analyse winstuitkering

Om tot de winst te komen moeten dus eerst alle kosten van de omzet worden afgetrokken. Kosten is een breed begrip. Hieronder vallen onder andere de vergoeding op een lening die de BV afsluit (rente), salaris aan personeel, maar bijvoorbeeld ook de managementfee die de werkmaatschappij aan de holding betaalt. Hoe het zit met een managementfee lees je hieronder.

Managementfee en BTW

Op het moment dat je een holding-BV opricht en deze plaatst tussen jou en je werkmaatschappij is het vaak zo dat deze twee BV’s een contract met elkaar sluiten: een managementovereenkomst. In deze overeenkomst wordt geregeld dat jij niet in dienst bent van de werkmaatschappij, maar dat de holding jou verhuurt aan de werkmaatschappij. Je bent dan dus indirect in dienst van de werkmaatschappij. In plaats van veel inkomstenbelasting betalen (vaak tegen het hoogste tarief van 52%) betaalt de werkmaatschappij een vergoeding aan de holding. Deze vergoeding wordt belast tegen het lagere tarief van de vennootschapsbelasting (19% of 25%). Over de managementfee moet BTW worden betaald. Dit is alleen anders als sprake is van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Let hierbij op dat een fiscale eenheid voor de omzetbelasting niet hetzelfde is als voor de vennootschapsbelasting. Om een fiscale eenheid te vormen voor de omzetbelasting moeten: Meer dan 50% van de aandelen van elke onderneming in dezelfde handen zijn;

  1. Er overkoepelende leidingen zijn;
  2. De ondernemingen hoofdzakelijk hetzelfde economische doel hebben en ieder voor 50% aanvullende activiteiten uitoefenen voor de ander.
  3. De ondernemingen zelfstandig zijn en in Nederland zijn gevestigd.
  4. Als alle kosten afgetrokken zijn houd je onderaan de streep een bedrag over; winst. Het maakt niet uit of de winst wordt uitgekeerd of niet, er moet vennootschapsbelasting betaald worden.

Winstuitkering naar de holding

Voordat je over kunt gaan op winstuitkering aan de holding moet je dus eerst vennootschapsbelasting betalen. Het tarief voor de vennootschapsbelasting in 2019 is voor de eerste schijf (winst tot €200.000) 19%. Tot voor kort was dit tarief nog 20%, maar het kabinet heeft het verlaagd met het oog op de verwachte economische groei die ermee gemoeid gaat. Het tarief zal in de komende jaren nog verder stapsgewijs dalen, tot 15% in 2021. Voor de tweede schijf (winst boven €200.000) is het tarief – net als andere jaren – vastgesteld op 25%. In de toekomst zal het tarief stapsgewijs omlaag worden gebracht naar 22,5%.

Over de uitgekeerde winst hoeft in verband met de deelnemingsvrijstelling geen dividendbelasting te worden betaald. De deelnemingsvrijstelling geldt al indien de holding 5% aandelen of meer in de werkmaatschappij houdt. De deelnemingsvrijstelling zorgt ervoor dat de winst niet dubbel belast wordt. De werkmaatschappij betaalt dus vennootschapsbelasting over de winst, de winst die overblijft en aan de holding wordt uitgekeerd blijft daar dan dus onbelast.

Fiscale eenheid vennootschapsbelasting

Voor de vennootschapsbelasting (Vpb) is het ook mogelijk om een fiscale eenheid aan te vragen. De holding en werkmaatschappij worden dan gezien als één belastingplichtige voor de vennootschapsbelasting. Dit wordt vaak gebruikt indien er meerdere werkmaatschappijen onder de holding hangen. De winsten van BV (A) kunnen dan worden verrekend met de (opstart)verliezen van BV (B). Dit kan voordelen opleveren voor de uiteindelijke winstuitkering. Het verrekenen verlaagt de belaste winst en daarmee de te betalen belasting. De voorwaarden voor de fiscale eenheid zijn:

Moedermaatschappij (holding) moet:

  • Minimaal 95% van de aandelen in de dochtermaatschappij (werkmaatschappij) bezitten.
  • Recht hebben op minimaal 95% van de winst en minimaal 95% van het vermogen van de dochtermaatschappij.
  • Voor minimaal 95% stemrecht in de dochtermaatschappij hebben.
  • Een BV, NV, onderlinge waarborgmaatschappij, coöperatie, stichting, of vereniging die optreedt als woningcorporatie zijn, of een buitenlandse rechtsvorm hebben die daarmee vergelijkbaar is.

Dochtermaatschappij (werkmaatschappij)

  • Een BV of NV zijn, of een buitenlandse rechtsvorm hebben die daarmee vergelijkbaar is

Daarnaast moeten de moeder- en de dochtermaatschappij :

  • Dezelfde boekjaren en winstbepalingen hanteren;
  • Feitelijk gevestigd zijn in Nederland.

Dividenduitkering van de werkmaatschappij naar de holding

De dividenduitkering vanuit de werkmaatschappij komt in de holding terecht. Het uitgekeerde dividend is vrijgesteld van dividendbelasting in verband met de deelnemingsvrijstelling.

Vaak bestaat de omzet van de holding enkel uit de verkregen managementfee van de werkmaatschappij. Soms bezit de holding ook een bedrijfspand of bepaalde intellectuele eigendomsrechten die worden verhuurd aan de werkmaatschappij. De rente of licentie-fee die de holding van de werkmaatschappij ontvangt, wordt ook meegenomen bij het bepalen van de winst. Na aftrek van de kosten, waaronder het salaris van de DGA, blijft de belastbare winst over. Over deze winst moet dan weer vennootschapsbelasting worden betaald. De uitgekeerde winst vanuit de werkmaatschappij valt vanwege de deelnemingsvrijstelling dus buiten de belastbare winst van de holding; er hoeft niet nogmaals vennootschapsbelasting over worden betaald.

Dividenduitkering van de holding naar de aandeelhouder

De winst wordt vervolgens als dividend uitgekeerd aan jou als aandeelhouder van de holding. Op dat moment komt de dividendbelasting om de hoek kijken. De dividendbelasting was immers nog niet afgedragen toen er winst vanuit de werkmaatschappij naar de holding werd uitgekeerd. De holding moet 15% dividendbelasting inhouden over het dividend dat wordt uitgekeerd. De aandeelhouder geeft vervolgens bij zijn jaaraangifte aan dat er dividend is ontvangen. Als jij als aandeelhouder minimaal 5% van de aandelen bezit, wordt de dividenduitkering belast in box 2 tegen een tarief van 25% (in 2019). Het voordeel is echter wel dat de aandeelhouder de betaalde dividendbelasting mag verrekenen met de verschuldigde box 2 belasting. Effectief betaalt de DGA slechts 25% over het uitgekeerde dividend vanuit de holding.

Conclusie

Een holdingstructuur kan erg gunstig zijn in verband met de fiscale voordelen. Door de onbelaste winstuitkeringen kan vermogen weer opnieuw worden geïnvesteerd zonder dat daar eerst dividendbelasting of inkomstenbelasting over moet betalen. Dit geldt ook bij verkoop van aandelen. De winst valt onbelast vrij in de holding. Pas wanneer winsten worden uitgekeerd aan de achterliggende natuurlijke personen wordt belasting geheven. Hieronder is een rekenvoorbeeld gegeven om een duidelijk beeld te schetsen hoe de belastingheffing in zijn werk gaat.

Rekenvoorbeeld

Werkmaatschappij
Omzet250.000
Kosten35.000 -/-
Managementfee85.000 -/-
Winst130.000
Vennootschapsbelasting (19%)24.700 -/-
Onbelaste dividenduitkering aan holding105.300
Holding
Omzet (Managementfee)85.000
Kosten (DGA salaris)85.000 -/-
Belaste winst0
Vennootschapsbelasting (19%)0 -/-
Uitgekeerde winst werkmaatschappij (onbelast)105.300
Achterblijven winst in holding (voor investeringen)55.300
Uitkering dividend aan DGA50.000
Inhouding dividendbelasting (15%)7.500
DGA
DGA salaris (belast inkomstenbelasting)85.000
Uitgekeerd dividend42.500
Nog te betalen box 2 belasting (25%-15% over 50.000)12.500 – 7.500 = 5.000
Netto dividenduitkering37.500

Meer lezen?